Xanne-Li
“Als ik iets geheim moet houden, kan ik niet meer goed functioneren”
Xanne-Li (22) speelt Julia in Homonologen
Xanne-Li koos voor een streng gereformeerde middelbare school, ze hoopte op rust en regelmaat maar in plaats daarvan voelde ze zich zes jaar lang gevangen. Ze leerde alles wat ze zei te filteren, tot dat niet meer ging.
“Toen ik naar de middelbare school ging, zei mijn moeder dat ik mijn haar maar moest laten groeien. Dan zou ik minder opvallen; alle meisje op die school hadden lang haar. ‘Het haar is het sieraad van de vrouw en kort haar is voor de hoeren.’ Dat werd de jaren daarna ook tijdens godsdienstles verteld.
Maar al had ik lang haar, ik viel alsnog op; het enige Chinese meisje op een witte, streng gereformeerde school in Gouda. Mensen keken naar me alsof ik een alien was. De meesten reisden amper en keken geen tv, dat mag niet van het geloof. Ik was dus de eerste ‘buitenlander’ die ze zagen.
Ik wilde zelf graag naar deze strenge school. Ik was bang voor de chaos die er op een normale middelbare school zou heersen. Iets in mij zoekt constant naar stabiliteit maar als ik dat eenmaal heb wil ik het weer ontwrichten. Ik heb eens gehoord dat dat kan komen doordat ik geadopteerd ben: ik ben als baby te vondeling gelegd en dus was de allereerste fase in mijn leven chaos. Daarom hunker ik naar stabiliteit maar tegelijkertijd voel ik me stiekem ook juist thuis bij die chaos. Een beetje dubbel. Wat het precies is geweest weet ik niet, maar een strikte, christelijke school met duidelijke regels leek me wel wat.
Van huis uit ben ik ook christelijk opgevoed maar in mijn kerk mochten we gewoon broeken dragen, op school was dat echt niet oké. Een rok of een jurk, dat was de keuze die je als meisje had.
Als je The Passion kijkt dan ga je naar de hel
Ik dacht dat ik van de orde en regels zou houden maar het bleek juist heel verstikkend te zijn. Eigenlijk merkte ik dat in de eerste klas al. Maar ja… ik ben een binnenvetter, dus het duurde even voordat ik daar wat mee deed.
De allereerste Passion, de jaarlijkse paasvoorstelling, werd opgevoerd in Gouda. ‘Mag je The Passion kijken?’ vroeg onze godsdienstdocent. ‘Nee’ was het enige correcte antwoord ‘Als je The Passion kijkt dan ga je naar de hel.’ The Passion is op tv en heeft ook nog eens wereldse muziek. In het reformatorische geloof luister je alleen naar de oude psalmen. Luister je naar Marco Borsato? Dan ben je zondig. Ik weet nog dat dat me heel veel deed. Ik dacht in die tijd vaak na over of ik een slecht persoon was. ‘Ben ik een slecht persoon omdat ik graag The Passion wil zien? Of omdat ik af en toe tv kijk met mijn ouders?’ En later: ‘ben ik een slecht mens omdat ik verliefd ben?’
Want in de zesde klas van de middelbare school was ik voor het eerst echt verliefd. Op een meisje. Ze zat bij me in de klas en ik dacht: ‘Wat is dit?!’ Een wat vrijer geloof aanhangen was al een issue, The Passion was al een issue, laat staan verliefd worden op een meisje. Echt een no-go bij mij op school. Ikzelf zag God als liefde maar op school vertelde ze dat die liefde me naar de hel zou sturen. Hoe rijmt dat met elkaar?
Ik maalde veel: ‘ben ik dan lesbisch?’, ‘ben ik bi?’, ‘hoe zit het?’ Ik denk dat ik als kind mijn gevoel ook graag in een hokje wilde plaatsten, het definiëren. Nu hoor ik weleens mensen zeggen dat ze zichzelf geen label geven en gewoon ‘lekker zichzelf zijn’ dat vind ik mooi hoor, maar ik had die duidelijkheid juist nodig. Ik wilde weten waar ik aan toe was.
Ik heb lang gezegd dat homo’s en lesbiennes wel bestonden, maar niet mochten praktiseren. Dat ze dus niks met hun gevoelens mochten doen. Dat zei ik gewoon omdat heel mijn omgeving dat zei. De kerk, mijn ouders, ik weet niet meer precies wie het me geleerd heeft, maar dat was gewoon de logische mening, en die praatte ik na. Ik zei maar wat.
Tijdens de middelbare school begon ik me steeds meer te verzetten tegen dit soort meningen om me heen. Ik merkte dat ik anders dacht dan de anderen. In de vijfde klas wilde ik van school wisselen, maar dat ging helaas niet door. Ik heb in de zesde wel mijn haar weer kort geknipt. Zo’n beetje het meest rebelse wat ik toen kon bedenken.
‘Oh, dus je bent daaruit gekomen?’ hij wees naar de kast
Toen ik voor mezelf duidelijk had ‘wat’ ik was, was ik heel erg bang dat mijn ouders het niet zouden accepteren. Ik heb het een half jaar voor me weten te houden maar langer lukte niet. Ik kon niet rondlopen met een geheim, dat kan ik nog steeds niet. Dan word ik ziek en kan ik niet meer goed functioneren. Dus het moest eruit. Mijn vader heb ik het in real life verteld. Ik zei dat ik bi was. ‘Oh, dus je bent uuh... daaruit gekomen?’ hij wees naar de kast. Een echte dad joke. Dat viel dus eigenlijk heel erg mee.
Mijn moeder stuurde ik een appje. Ze was op vakantie met vriendinnen en ik kon niet wachten. Of eigenlijk… misschien durfde ik het niet in haar gezicht te zeggen. Het was oké denk ik, we hebben het er een paar jaar niet echt meer over gehad.
Vorig jaar heb ik even in Duitsland gewoond, maar nu woon ik weer bij mijn ouders in Gouda. Ik heb een joggingbroek met een regenboogstreep erop. Die vind ik gewoon leuk. Ik bedoel er niet mee te zeggen: ‘Oh kijk eens, een regenboog. Kijk eens hoe gay ik ben mensen!’ Maar soms denk ik dat mijn moeder dat denkt; dat ze denkt dat alles wat ik doe een statement is. En dat vindt ze dan maar niks. Ook als ik soms geen bh draag. Dat vindt ze vreselijk. Maar dat doe ik echt niet om super feministisch te zijn, dat doe ik gewoon omdat bh’s niet zo lekker zitten.
Nadat ik uit de kast kwam als bi viel er een last van mijn schouders, maar ik kreeg het idee dat mijn moeder hoopte dat ik ooit dus nog wel met een man thuis zou komen. En hoewel mijn ouders misschien wel accepteerden dat ík bi was, ze bleven opmerkingen maken over homo’s op tv. Toen Amerika bijvoorbeeld het homohuwelijk legaliseerde vond ik dat groot nieuws, maar ik durfde niet overdreven blij te zijn. ‘Moet dat nou, en moet dat nou perse de naam huwelijk krijgen?’ merkten mijn ouders op. Ze snapten niet dat het voor mij verder ging dan alleen mijzelf, dat ik me betrokken voel met de hele community. Maar hoe leg je dat uit? Hoe konden zij weten dat ik me verbonden voelde met iets dat voor hen zo wereldvreemd was? Lang heb ik er dus niks van gezegd. Ik filterde al mijn woorden en probeerde zo min mogelijk met ze te botsen op dit soort onderwerpen. Ik voelde me niet vrij genoeg om volledig mezelf te zijn.
Toen ik een Duitse musicalopleiding in Hamburg volgde, ontmoette ik veel meer leeftijdsgenoten die zich anders dan hetero identificeerden. Waar ik eerst altijd de ‘meest rebelse’ van de groep was – met mijn korte haar – was ik hier weer een groentje.
Ouders moeten soms ook onderwezen worden
Ik begon veel over mezelf na te denken. Eigenlijk had ik niet zoveel met jongens. Ik wist niet zeker of ik wel met het label bi wilde lopen. Maar ik had geen zin om nog een keer uit de kast te komen. Ook omdat dat zo’n cliché is. Dat lees je in ieder geval vaak op internet, dat iemand eerst als bi uit de kast komt omdat dat makkelijker lijkt en dan toch lesbisch blijkt te zijn. Ik wilde geen cliché zijn. Ik besloot dus om de nieuwe mensen die ik ontmoette te vertellen dat ik lesbisch ben. En de mensen die ik van vroeger kende? Ach… dan denken ze maar dat ik bi ben. Inclusief mijn ouders.
Op den duur voelde dat toch niet helemaal goed. Hoe kon ik nou beledigd zijn als zij weer een verkeerde opmerking maakten over homo’s, of zeg maar: de community, terwijl ik ze niet vertelde wat er in me om ging. Ik ben opgegroeid met oneindig veel media, op het internet heb ik alles kunnen opzoeken wat ik wilde weten, maar zij zijn nog niet zoveel blootgesteld aan de vrije theaterwereld waarin ik me bevind. Lang voelde ik me bezwaard om er nog eens over te beginnen. Ik was al eens uit de kast gekomen, dat was al veel van ze gevraagd. Ik wilde niet steeds botsen, als kind wil je het je ouders niet te moeilijk maken. En bovendien bedoelden ze het niet verkeerd, ze wisten gewoon niet beter. Tot een vriendin, die ik in Duitsland heb leren kennen me zei dat ik dat wél van ze kon vragen. Als ik er nog iets over kwijt wil, dan mag dat. Bovendien, ‘ouders moeten soms ook onderwezen worden’ zei ze. Dus dat heb ik gedaan.
Ik wil iets doen voor de hele LHBTI-community
Het was net nadat ik aangenomen was om in het stuk Homonologen te spelen voor middelbare schoolklassen in Nederland. Ik was super excited dat ik mee mocht doen omdat ik heel graag iets wil doen voor de hele LHBTI-community. Toen heb ik mijn ouders vertelt: ‘ik ben niet bi maar lesbisch.’ Dan wist mijn moeder ook meteen dat ik nooit met een man thuis zou komen. ‘Ik ga toneelspelen voor Live Your Story en dat vind ik heel belangrijk. Niet alleen voor mezelf, maar voor alle mensen van de LHBTI-community.’ En ik zei erbij: ‘Als jullie hier niet oké mee zijn, dan is dat goed, maar ik heb geen tijd om naar jullie negatieve reacties te luisteren, mochten jullie die hebben.’
Ze hebben het geaccepteerd. Mijn moeder vindt mijn haar nog steeds te kort, en ze ziet de regenboog op mijn broek nog steeds als een statement, maar ik durf nu ongefilterd mezelf te zijn. We zijn het niet altijd eens, maar dat is nu geen geheim meer. Gelukkig, want met geheimen kan ik niet leven.”